Waddenfonds geeft vliegende start aan Fase II van Wij&Wadvogels

Met een subsidie van drie miljoen euro voor de komende vier jaar, heeft het Waddenfonds de start van Wij&Wadvogels II in gang gezet. Vier jaar terug stond het fonds, samen met het ministerie van LNV en de drie ‘Waddenprovicies’ ook al aan de basis van Fase I van dit programma. “We zijn enorm blij dat we doorkunnen”, zegt de projectleider van Wij&Wadvogels bij Vogelbescherming, Ingrid Aaldijk. “Met deze nieuwe basis van het Waddenfonds hopen we dat Fase II een vliegende start krijgt en ook andere financiers over de brug komen om 25 nieuwe projecten mogelijk te maken.”

Drie pijlers

Wij&Wadvogels is oorspronkelijk opgezet als een achtjarig programma met drie pijlers: fysieke beschermingsmaatregelen voor vogels in het Waddengebied, communicatieprojecten om de natuur rust te geven en onderzoek en monitoring om de knelpunten te vinden en de resultaten van ingrepen te volgen.

Aaldijk: “De in totaal vijftig deelprojecten moet je echt zien als noodmaatregelen. Het zijn stuk voor stuk ingrepen die direct bijdragen aan de bescherming van wadvogels.” Een recent voorbeeld is het terugplaatsen van hekken bij de hoogwatervluchtplaats Normerven, aan de Wieringer kust. Daardoor komen recreanten met honden nu niet meer vlakbij de rustende vogels. Ook een paaltjesroute op de Boschplaat, waarmee recreanten om de meest kwetsbare rustplekken worden geleid, is volgens Aaldijk een goed voorbeeld van de ‘no-regret maatregelen’ uit Wij&Wadvogels. “Dit zijn letterlijk projecten waar je nooit spijt van kunt krijgen.”

Logische keuze

Gerben Huisman, de directeur van het Waddenfonds noemt de bijdrage aan fase II van het programma een logische keuze. Bij de oprichting van het Waddenfonds, in 2006, heeft het Rijk afgesproken dat de helft van de in totaal 800 miljoen die in het fonds is gestopt aan natuur moet worden besteed. De andere helft wordt aan de duurzame ontwikkeling van de economie besteed. Zo zijn met het geld van het fonds ooit de industriële kokkelvissersschepen uitgekocht. “Met al die projecten willen we impact hebben”, benadrukt Huisman. “Het project Wij&Wadvogels is daarmee een heel goede, concrete besteding.”

Duurzame economie

Formeel gaat de helft van de gelden uit het Waddenfonds naar de economie, maar Huisman benadrukt dat die stimulans voor de economie nooit ten koste mag gaan van de natuur. “Het uitkopen van de schadelijke schelpdiervisserij was daar een voorbeeld van, maar ook het stimuleren van schonere motoren voor de veerdiensten, of het stimuleren van duurzaam toerisme aan de Waddenkust, komen de natuur uiteindelijk ten goede.”

Achteruitgang stoppen

Het Waddenfonds geeft nog geld uit tot en met 2026. Huisman: “Tot die tijd kunnen partijen naar ons toe komen met ideeën die de natuur kunnen versterken. Want dat de Waddennatuur een zwakke schakel is in een grote internationale keten, dat is wel duidelijk. Ik zou het machtig vinden als we straks, als de 800 miljoen is besteed, op zijn minst de achteruitgang hebben kunnen stoppen; dat we mogelijk schadelijke economische activiteiten in het Waddengebied die niet strikt noodzakelijk zijn voor het voortbestaan van het land ook echt staken.”

Investeringskader

Naast het Waddenfonds heeft ook het zogeheten Investeringskader Waddengebied een belangrijke rol gespeeld bij de voortgang van Wij&Wadvogels. Aaldijk: “Dat investeringskader is een samenwerking van de drie Waddenprovincies. Zij delen niet direct geld uit, maar adviseren financiers als het waddenfonds of de provincies wat volgens hen betekenisvolle projecten zijn. We zijn heel blij dat ook zij de continuering van Wij&Wadvogels mogelijk hebben gemaakt.”

Tekst: Rob Buiter
Beeld: Jelle de Jong