Op de bank met... vogelaars Roelf Hovinga en Gerrit Dommerholt

Wij&Wadvogels zet twee betrokkenen bij dit programma ‘op de bank’ voor een goed gesprek. In deze editie: senior boswachter Roelf Hovinga van Landschap Noord-Holland, die verschillende gebieden in en rond de Waddenzee in zijn portefeuille heeft. En Gerrit Dommerholt, namens Vogelbescherming Nederland de projectleider monitoring bij Wij&Wadvogels. Hun gespreksonderwerp: de vogeltrek.

Vogeltrek: geniet, maar struin met mate

Gerrit: “Sinds ik als klein mannetje meeging met de excursie van IVN en later met de Vogelwerkgroep Midden-Overijssel, ben ik gefascineerd door vogeltrek. En wie niet, zou ik bijna zeggen. Als je gaat nadenken over de enorme afstanden die zelfs de kleinste vogeltjes afleggen en over de manieren van navigatie, dan kan je alleen maar denken: hoe dan?!

Roelf: “Voor mij is de vogeltrek ook een geweldige ontsnapping aan de frustraties die helaas bij mijn dagelijks werk horen. Sowieso slaat ‘senior’ in mijn functieomschrijving niet zozeer op mijn leeftijd, maar vooral op het feit dat ik veel achter de computer zit en te weinig in het veld ben. Bovendien draait mijn takenpakket bij Landschap Noord-Holland en binnen het programma Wij&Wadvogels voor het grootste deel om broedvogels. Daar zorgt de discussie over de rol van predatoren als de vos voor heel veel ‘gedoe’. Hoe lekker is het dan als je naar buiten kan gaan om van de trek te genieten?” 

Het hele jaar trek

Gerrit: “Met onze vogelwerkgroep hebben we op het Wierdense Veld een trektelpost waar we de landtrek volgen. Het is prachtig om daar in het najaar steeds weer de grote aantallen spreeuwen, graspiepers en andere zangers langs te zien komen. Maar de onvoorstelbare wolken van duizenden gemengde steltlopers boven de Waddenzee blijven natuurlijk wel van de buitencategorie. Al die vogels op de platen, die dan met hoogwater naar de hoogwatervluchtplaatsen trekken. Daar krijg ik nooit genoeg van.”

Roelf: “Het voor- en najaar zijn weliswaar de toptijden, maar eigenlijk kan je rond het wad bijna het hele jaar genieten van de trek. Als de laatste kanoeten in mei nog maar net naar het noorden zijn vertrokken, keren de eerste zwarte ruiters begin juni alweer terug uit de broedgebieden. Er is geen moment in het jaar dat er géén trek is.”

Gerrit: “Wat dat betreft vind ik het vooral mooi om te zien hoe trekvogels met het ritme van de natuur en het getij leven. Daar kunnen wij met, ik noem maar wat, onze strakke schema’s voor de veerdiensten naar de Waddeneilanden, nog een puntje aan zuigen. Iets meer leven op het ritme van de natuur, dat zou geweldig zijn.” 

Toplocaties

Roelf: “In ons werkgebied is Balgzand een geweldige plek om van de trek te genieten. Ongeveer een kwart eeuw terug heeft Landschap Noord-Holland het beheer van dat gebied overgenomen van Vogelbescherming. Sindsdien is het handhaven van rust op de kwelders onze prioriteit. Er verzamelen zich bij hoogwater vele duizenden trekvogels op de buitendijkse gebieden. Maar als iedereen zomaar vrijelijk over de dijk gaat struinen om ze te bekijken, is het met de rust snel gedaan. In plaats van rond te gaan struinen, zou ik dus vooral willen vragen om vanuit de kijkhutten van de trek te genieten.”

Gerrit: “Dat probleem speelt ook rond de hoogwatervluchtplaats bij Westhoek, langs de Friese Waddenkust. Dat is mijn absolute aanrader voor iedereen die de massaliteit van de vogeltrek wil meemaken. Je hoeft echt niet met je kijker of je camera op een paar meter van die wolken met vogels te zitten. Vanaf de dijk kan je op een gepaste afstand het spektakel zien zonder de rust te verstoren.” 

Tankstation   

Roelf: “Je zou haast willen oproepen om níet naar de trek te komen kijken. We willen met z’n allen de fascinatie aanwakkeren voor dit gebied en voor de trek. Dat mag natuurlijk niet ten koste gaan van de broodnodige rust voor de vogels.”

Gerrit: “Wat dat betreft zag wijlen Joop Mulder van het festival Oerol op Terschelling het heel goed. Met zijn project ‘Sense of place’ riep hij iedereen op om wat meer bewust te zijn van de omgeving. En dat is precies waar het om draait. Weten dat de Waddenzee een essentieel tankstation is op de trekroute van miljoenen vogels. En als ze daar verstoord worden, dan is er om de hoek geen alternatief tankstation om de maag te vullen.”

Middelen voor bescherming

Roelf: “Met de aandacht en de middelen uit het programma Wij&Wadvogels zijn er extra mogelijkheden gekomen om zowel de broedvogels te beschermen als de rust voor trekvogels te bewaren. Met concrete maatregelen kunnen we plekken inrichten om zonder verstoring van de trek te genieten.”

Gerrit: “Behalve de broodnodige rust, moeten we ook de voedselvoorziening van trekvogels beschermen. Onder de vlag van het nieuwe deelproject Waakvogels kijken we als Vogelbescherming Nederland bijvoorbeeld naar de scholeksters. Ook dát is een trekvogel, want bij de ‘Nederlanders’, voegen zich in het najaar duizenden scholeksters uit het noorden. Als die niet voldoende schelpdieren vinden in de Waddenzee, verliest dit gebied zijn waarde voor deze vogels.”

Tekst: Rob Buiter
Op de foto Roelf Hovinga (foto van Dutchfoto)