Deelproject uitgelicht! 'Nestbescherming helpt tapuit écht'

Een stukje gaas in de opening van een oud konijnenhol, waar een vogeltje wél doorheen kan, maar een vos of een andere eierrover niet. Zo eenvoudig kan effectieve bescherming van broedende tapuiten zijn. “Maar dan nog blijven er genoeg problemen over voor deze duinvogel”, weet boswachter Tim Zutt van Landschap Noord-Holland. Hij pleit dan ook hartstochtelijk voor voortzetting van een project dat de afgelopen vier jaar door Wij & Wadvogels werd ondersteund.

Kwetsbaar

Zutt loopt nu alweer tien jaar mee in het tapuitenonderzoek, dat wordt uitgevoerd door Frank Majoor en collega’s van Sovon Vogelonderzoek Nederland. “Rond 2011 werd duidelijk dat predatie van de nesten een echt groot probleem was voor deze vogels”, herinnert Zutt zich. “Tapuiten broeden in oude konijnenholen en daar zijn ze heel kwetsbaar voor vossen maar ook voor andere rovende zoogdieren. En zelfs als een konijn zo’n oud hol weer in gebruik neemt, zal een nestje tapuiten makkelijk sneuvelen. Vanaf dat moment zijn we begonnen met het barricaderen van de ingang met gaas. En dat werkt!”

Honderd procent score

In de nesten die met gaas werden beschermd, daalde de predatie door rovende zoogdieren met honderd procent, zagen Zutt en collega’s. Toch bleven er nog wel bedreigingen over, soms frustrerend, soms ook onverwacht. “Je houdt helaas altijd lieden die hun hond los laten lopen waar het niet mag. Die graven soms ook aan konijnenholen. We hebben ook gezien dat mensen met metaaldetectoren hadden gegraven, omdat hun apparaat blijkbaar begon te piepen bij het metalen gaas. Dan gingen ze hoopvol spitten en mikten vervolgens, waarschijnlijk gedesillusioneerd, het gaas aan de kant. Maar daarmee was het tapuitennest wel verloren.”

In de lift

Door de toch effectieve bescherming tegen rovers, zagen de onderzoekers het aantal broedende tapuiten in de Noordduinen de afgelopen jaren gestaag stijgen. Zutt: “Tot 2020 zat het echt in de lift. Toen hadden we sinds jaren een record te pakken van 54 broedpaartjes. Daarna daalde het weer naar 46 paar. Dit seizoen zitten we op een voorlopig aantal van een kleine 40 paartjes. Er is meer aan de hand dan alleen predatie van nesten. In jaren met ongunstige weersomstandigheden zien we dat meer vogelsoorten die ’s winters diep in Afrika zitten het moeilijk hebben. Misschien door problemen in Afrika zelf of anders op de trek naar de overwinteringsgebieden en terug.”

Konijnengebrek

Een ander serieus probleem voor de tapuit is het gebrek aan konijnen, stelt Zutt. “Zonder oude konijnenholen is de tapuit niets. We maken dan ook regelmatig oude holen schoon na de winter, om ze bruikbaar te houden voor de tapuiten. Maar het zou nog veel beter zijn wanneer de konijnenstand zich structureel herstelt, na de diverse uitbraken van myxomatose en het VHS-virus.”

Insecten

In ander onderzoek is wel gesuggereerd dat ook gebrek aan insecten de tapuit en andere vogels parten speelt, maar daar heeft Zutt in de Noordduinen nog geen harde aanwijzingen voor gezien. “Ik ben altijd weer verbaasd als ik in een periode waarin ik zelf nauwelijks insecten zie, de tapuiten toch met een snavel vol voedsel naar de jongen zie vliegen. Maar de rol van insectenaantallen in de problemen van de tapuit verdient natuurlijk wel nader onderzoek.”

Vreemde eend

“Het tapuitenproject lijkt een beetje een vreemde eend in de bijt van Wij & Wadvogels”, erkent de projectleider van Landschap Noord-Holland, Neeltje Annink. “Andere projecten, ook die van ons, richten zich op de meer typische ‘natte’ Waddennatuur. Maar dit onderzoek in de Noordduinen gaat om de laatste grote populatie tapuiten buiten de Waddeneilanden, waar nog kleine populaties voorkomen. Als dit project slaagt, zouden de Noordduinen weer een bronpopulatie kunnen worden voor andere gebieden. Het kleurringonderzoek heeft al laten zien dat jonge vogels uit de Noordduinen in de jaren daarna op Texel en zelfs ook op het Duitse Waddeneiland Sylt zijn opgedoken. Ook in de duinen bij Zandvoort, Egmond en Petten zijn broedende tapuiten uit dit project opgedoken. Het is dan ook meer dan de moeite waard om dit werk voort te zetten”, vindt Annink.

Honderd parenconvenant

Ook Zutt hoopt op een continuering van het arbeidsintensieve werk van zoeken, volgen en beschermen van de tapuiten in de Noordduinen. “In 2015 is onder leiding van de toenmalige gedeputeerde Tjeerd Talsma een tapuitenconvenant voor dit gebied opgesteld. Hij noemde dat heel ambitieus het ‘honderd parenconvenant’. Twee jaar terug zaten we dus op iets meer dan de helft. Honderd is daarmee misschien wat veel gevraagd, maar het is zeker niet onmogelijk. Al vergt dat wel meer dan alleen nestbescherming. Dan zullen we ook de verruiging effectief moeten blijven tegengaan en de konijnen er weer bovenop moeten helpen.”