Meten = weten! Highlights uit de 1e nulmeting effectiviteit Wij&Wadvogels

Een essentieel en integraal onderdeel van het project Wij&Wadvogels is kennis vergaren en uitwisselen. Zo worden onder andere wadvogels professioneel gemonitord, vinden er analyses plaats van hoogwatervluchtplaatsen en wordt het draagvlak voor een project als Wij&Wadvogels getoetst onder bezoekers, bewoners en ondernemers van het Waddengebied. Een brede publiekscampagne is immers alleen succesvol als er draagvlak voor is. Bas Bijl (fysisch geograaf en senior projectmedewerker) en Renate de Backere (voorlichting & educatie) van de Waddenvereniging hebben voor dit deelproject, het meten van draagvlak en effectiviteit, de samenwerking opgezocht met het European Tourism Futures Institute (ETFI) van NHL Stenden Hogeschool. Het eerste deel van het onderzoek bestaat uit een nulmeting over het bewustzijn van bijzondere natuurwaarden van het Waddengebied en het draagvlak voor vogelbeschermingsmaatregelen onder bewoners, bezoekers en ondernemers. De eerste resultaten van deze meting onder de bezoekers is inmiddels opgeleverd en dat levert interessante inzichten op. De belangrijkste highlights op een rij!

Vijf typen bezoekers en hun drijfveren

Er zijn in totaal meer dan 3.000 bezoekers ondervraagd verspreid over het gehele Waddengebied. Op basis van hun motivaties heeft het onderzoeksteam van ETFI vijf bezoekerstypologieën kunnen onderscheiden:

  1. Recreatieve fietsers – met 973 bezoekers de grootste recreantengroep. Gemiddelde leeftijd 57 jaar, bezoeken vaker de Wadden en combineren hun bezoek vaak met horecabezoeken. Komen naar de Wadden om te genieten van natuur.
  2. Strandgangers – met 726 bezoekers de één na grootste groep recreanten. De gemiddelde leeftijd ligt lager met een gemiddelde van 45 jaar, de meerderheid is vrouw en zij bezoeken bijna altijd horeca tijdens hun vaak meerdaagse verblijf. Het is een hoog opgeleide groep die vaker de Wadden bezoekt en dat in 20% van de gevallen combineert met watersport of fotografie. Bezoeken de Wadden vaak met familie en doen dat voor de gezelligheid.
  3. Toevallige bezoekers – 664 bezoekers gaven aan toevallig in het Waddengebied te zijn tijdens de enquête. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het hier gaat om dagrecreanten. Zijn meestal niet op de fiets en in deze groep bevinden zich de meeste nieuwkomers (15%).
  4. Recreatieve vogelaars – 417 bezoekers zijn te typeren als recreatieve vogelaars. Hun gemiddelde leeftijd is 59 jaar en zijn hoog opgeleid. Bijna alle vogelaars bezoeken de Wadden vaker (94%) omdat het een goede plek is om vogels te observeren of te fotograferen. Verblijven meestal meerdere dagen.
  5. Natuurliefhebbers – 372 van de bezoekers kunnen we natuurliefhebbers noemen. Observeren en/of fotograferen niet alleen vogels, maar ook andere dieren en planten. Gemiddelde leeftijd is 52 jaar en ook deze groep is hoog opgeleid. Verblijven vaak meerdere dagen en komen vaker naar de Wadden omdat het ze de kans geeft wilde dieren en vogels te zien.

Draagvlak versus kennis vogelverstoring

Hoewel er een hoge mate van draagvlak onder alle bezoekers is om vogelverstoring te beperken blijkt uit de resultaten dat het hen aan kennis ontbreekt. Ze zijn zich vaak niet bewust van hun eigen onbewust verstorende gedrag op vogels. ‘Wat is verstoring en wat kan ik eraan doen?’ zijn belangrijke vragen die nu nog onbeantwoord zijn voor Waddenbezoekers. Een belangrijke aanbeveling vanuit dit onderzoek is dan ook dit gat tussen draagvlak en kennis te dichten door informatievoorziening te vergroten en bij voorkeur toe te spitsen op de vijf typen bezoekers.

Positieve, laagdrempelige publiekscampagne is gewenst

Saillant detail uit de nulmeting is dat bezoekers wel aangeven meer informatie te willen ontvangen over vogelverstoring, maar in mindere mate bereid zijn daarvoor hun eigen gedrag aan te passen. Eigen gedrag beoordelen ze minder verstorend dan het gedrag van een ander. Omdat ze wel een bepaalde, positieve band voelen met het Waddengebied is een belangrijke aanbeveling uit het onderzoek om een goede balans te vinden tussen de juiste informatievoorziening en de toon waarop dit wordt gecommuniceerd. Bezoekers moeten niet het gevoel hebben dat het handelingsperspectief complex is en veel van ze vraagt. Want inmiddels weten we: zelfs met kleine handelingen kunnen grootse vogelverstoringen worden voorkomen.

De resultaten van de nulmetingen onder bewoners en ondernemers volgen later in 2022 en de effectmetingen van informatievoorziening op draagvlak en bewustwording zullen waarschijnlijk in 2023 worden uitgevoerd.

In het meerjarige samenwerkingsprogramma ‘Wij&Wadvogels’ werken Het Groninger Landschap, It Fryske Gea, Landschap Noord-Holland, Natuurmonumenten, Rijksuniversiteit Groningen, Staatsbosbeheer, The Fieldwork Company, Vogelbescherming Nederland en de Waddenvereniging aan het herstel van gezonde vogelpopulaties in het Waddengebied. ‘Wij&Wadvogels’ wordt mogelijk gemaakt door het Waddenfonds, het ministerie van LNV en de drie Waddenprovincies.