Leren van ‘Waakvogels’

Een flink deel van de begrote kosten voor Fase II van Wij&Wadvogels is bedoeld voor het vergaren van kennis. “En dat spreekt eigenlijk helemaal voor zich”, vindt Gerrit Dommertholt, gebiedsmanager Wadden bij Vogelbescherming Nederland. “Het heeft per slot van rekening niet zoveel zin om maatregelen te treffen voor wadvogels, zónder te kijken of die ook het gewenste effect hebben.” Eén manier om te leren van ingrepen is door het inzetten van zogeheten ‘waakvogels’.

Kijken via zenders en kleurringen

Die waakvogels zijn een onderdeel van het nieuwe onderzoekscentrum BirdEyes, van de Groningse hoogleraar trekvogelecologie Theunis Piersma. “We hebben inmiddels een lange traditie in het gebruik van kleurringen en zenders bij verschillende trekvogels”, vertelt Piersma. “Op die manier kunnen we individuele dieren in steeds meer detail volgen. De gedachte achter het onderzoekscentrum BirdEyes, is dat vogels ons veel kunnen vertellen over de omgeving. Ze zijn letterlijk onze ogen in het veld. Via de zenders en de kleurringen leren we bijvoorbeeld of ze gebieden gaan mijden wanneer de omstandigheden verslechteren. Of andersom: we zouden ook kunnen zien of ze gebieden juist gaan gebruiken nadat wij daar dingen hebben veranderd. Binnen BirdEyes, is het project Waakvogels specifiek gericht op een aantal wadvogelsoorten, inclusief de grutto!”

Grutto ook op het zout

Het originele kwintet van Waakvogels omvat kanoet, drieteenstrandloper, lepelaar, rotgans en rosse grutto. Daar is dus ook de ‘weide grutto’ aan toegevoegd. “Want ja, dat is op gezette tijden óók een wadvogel”, benadrukt Piersma. “Een aantal gezenderde grutto’s vertelden ons dat het wad veel vaker wordt gebruikt dan wij allemaal dachten.”

Zonder onderbreking

Bij Vogelbescherming Nederland is Gerrit Dommerholt erg blij met de informatie over deze waakvogels. “Door de vogels zo precies te volgen, kunnen we hopelijk veel leren van de specifieke ingrepen in het terrein, die binnen Wij&Wadvogels worden gedaan. Maar ook in bredere zin is het enorm belangrijk om jaar op jaar, zonder onderbreking de vogels te kunnen volgen. Juist op het gebied van die continue monitoring is de samenwerking met Birdeyes belangrijk. Eén plus één is hier echt drie!”

Steeds geavanceerder

De ontwikkelingen op het gebeid van de zendertechnologie gaan vrijwel continu vooruit. Zo is er sinds enkele jaren een zendersysteem actief in de Waddenzee, waarmee vogels extreem nauwkeurig in ruimte en tijd kunnen worden gevolgd; van minuut tot minuut en van decimeter tot decimeter. Dommerholt: “Dat zogeheten WATLAS-systeem van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, NIOZ, maakt gebruik van meerdere antennes op het wad en minuscule zendertjes die gedurende een beperkte tijd op vogels geplakt zitten. We zouden graag dat netwerk van antennes uitbreiden richting het oosten, om zo in de gehele Nederlandse Waddenzee de vogels te kunnen volgen.”

Drones

Daarnaast hoopt Dommerholt dat Wij&Wadvogels in samenwerking met Sovon Vogelonderzoek en The Fieldwork Company een vervolgproject kan uitvoeren met drones voor onderzoek en monitoring. “Je kan natuurlijk met een groepje mensen in slagorde door een broedkolonie treken om vogels en nesten te tellen, maar het zou veel mooier zijn om dat op veilige afstand met een drone te doen. In de projectvoorstellen voor Fase II zit ook een plan om die tellingen met drones te valideren, dus om te kijken hoe automatische dronetellingen zich verhouden tot tellingen door mensen in het veld. Dat zou potentieel een enorme winst kunnen opleveren voor het betrouwbaar en veilig verzamelen van informatie.”

Kennisplatform

Uiteindelijk hoopt Dommerholt dat Wij&Wadvogels bijdraagt aan een gezamenlijk kennisplatform. “Bij zo’n platform zouden beleidsmakers, beschermers en beheerders kennis kunnen vinden over het Waddengebied en de stand van de vogels. Met het ‘Datahuis Wadden’, op waddenzee.nl, heeft de Waddenacademie daar al een eerste aanzet voor gegeven. Maar met de inbreng van Wij&Wadvogels, Waakvogels, en ook van andere projecten, zou dat een veel rijkere database moeten worden. Ook de projecten Swimways van de Waddenvereniging, CHIRP van de scholeksteronderzoekers onder de vlag van Sovon Vogelonderzoek en Waddenmozaïek van Natuurmonumenten zullen waardevolle informatie opleveren voor zo’n kenniscentrum.”


Tekst: Rob Buiter
Beeld: Shutterstock